De belangrijkste Romería van Spanje vindt plaats naar El Rocío.
De Romería naar El Rocío is een pelgrimstocht die op de Tweede Pinksterdag eindigt bij het kerkje in het dorpje El Rocío.
El Rocío ligt op het platteland van Almonte in de provincie Huelva. Het dorpje ligt er gedurende het hele jaar relatief verlaten bij.
Er zijn, volgens mij, geen “vaste” bewoners, althans ik heb ze niet gezien tijdens mijn twee zomerbezoekjes die ik aan El Rocío bracht; alles lag er verlaten bij.
Het wordt tijdens het Pinksterweekend jaarlijks overspoeld door ongeveer 1 miljoen bezoekers.
El Rocio
De pelgrimstocht dateert uit 1653 toen de Maagd van Las Rocinas als patroonheilige van Almonte aangewezen werd door de Hermandad van Almonte die 5 jaar eerder werd opgericht.
Oorspronkelijk was de vieringsdag 8 september en in de 14e eeuw werd er voor het eerst gesproken over een klooster op die plek ter ere van deze maagd.
In 1587 werd er een kapel bijgebouwd.
In 1649 werd Almonte geteisterd door de pest en toen men vervolgens met het beeld van de heilige maagd door de straten getrokken was, verdween de pest.
Sinds 1758 kent men de maagd onder de naam “Heilige Maagd van El Rocío” naar aanleiding van een gebeurtenis (zie aan onderaan deze pagina) en vindt de pelgrimstocht plaats tijdens het Pinksterweekend.
Overigens staat de maagd lokaal bekend als de witte duif oftewel “la Paloma Blanca”.
De Romería begint officieel op de zaterdagmiddag voorafgaand aan Pinksteren. Maar aangezien de pelgrims vanuit heel Andalucía en ook vanuit de rest van Spanje komen, begint voor de individuele pelgrim zijn tocht natuurlijk op een ander moment.
Een aantal verzamelen zich waarbij ze dan de laatste twee dagen gezamenlijk naar El Rocío reizen.
De oudste Hermandades gaan voorop in de tocht.
De afgelegde tocht wordt “el Camino” genoemd.
De tocht voorafgaande aan die zaterdag wordt door de meeste reizigers gezien als het belangrijkste onderdeel van de hele pelgrimstocht. Tijdens deze tocht wordt er geregeld stilgestaan en gebeden, gezongen en/of gedanst.
Anderen zijn al eerder vertrokken en de eersten komen op donderdag aan. Ze reizen te voet, op het paard, in een koets, etc. en, tegenwoordig, soms ook in een 4WD terreinauto.
Onderweg wordt er in de open lucht overnacht.
Er wordt in groepen gereisd waarbij ze per vereniging bij elkaar blijven. De vereniging heet een “hermandad” oftewel een broederschap (waarbij zusters natuurlijk ook welkom zijn).
Op zaterdagochtend vindt er een parade plaats waarbij de aanwezige hermandades voorbij de Maagd trekken.
Op zondag, eerste Pinksterdag, vindt om 10:00 uur de hoogmis plaats.
Zondagavond wordt er gebeden.
Uiteindelijk wordt als laatste het embleem van de onbevlekte ontvangenis van Almonte naar het beeld gebracht waarna ergens tussen zondagavond en maandagochtend het beeld opgetild en naar buiten gebracht wordt om in de straten rondgedragen te worden. Dat is geen vast moment dus er is altijd een soort van “verrassingseffect” als opeens het beeld naar buiten komt.
Iedereen probeert vervolgens het beeld aan te raken omdat dat geluk brengt en de gebeurtenissen (iedereen probeert bij het beeld te komen) en omstandigheden (velen hebben teveel gedronken) leiden nogal eens tot heftige emotionele momenten waarbij er soms flink geduwd en getrokken wordt om het doel te bereiken.
De dragers - jonge mannen uit Almonte - gaan vervolgens alle huizen van de hermandades langs.
De pelgrims dragen traditionele kleding; iedereen draagt laarzen, de mannen hebben een kort jasje en een strakke broek en de vrouwen dragen flamencojurken of Rocierajurken die vergelijkbaar zijn met flamencojurken.
El Rocío wordt dat weekend bezocht door méér dan 100 hermandades die ook ieder een eigen pand hebben in het aangebouwde dorp. Van de in totaal 117 hermandades (dat was de stand 2015, het aantal groeit gestaag), zijn er 100 van Andalusische origine en de rest van buiten Andalucía incl. één vanuit Brussel (http://rociobruselas.blogspot.com/).
De grootste hermandades komen met vele duizenden pelgrims naar El Rocío.
Zo komen ze vanuit Huelva met meer dan 14.000 pelgrims, uit Almonte met 10.000, uit Sanlúcar de Barrameda met 5.500 en bijv. de Hermandad van de geëmigreerden uit Huelva (opgericht in Duitsland) met ongeveer 5000 man.
Op 14 juni 1993 vereerde de Paus Johannes Paulus II het dorp tijdens het Pinksterweekend met een bezoek.
De tocht gaat, met speciale toestemming daarvoor, door het Nationale Park “Doñana” en heeft nogal impact op het lokale milieu (zeker tegenwoordig, waarbij er steeds vaker SUV’s betrokken zijn).
De meegereisde dieren (veelal paarden en ossen die de karren trekken) worden overigens niet altijd even goed behandeld. Er sterven jaarlijks ongeveer 25 paarden als gevolg van de slechte behandeling en uitputting.
Tijdens de tocht door het natuurpark is er toestemming om met maximaal 35.000 pelgrims, 3000 tractoren en 2.200 SUV te reizen.
De Hermandades beperken zichzelf ook in het gebruik van m.n. de moderne SUV. Maar door de economische belangen die in deze situatie ook spelen werd er bijvoorbeeld illegaal een geasfalteerde weg aangelegd tussen Villamanrique de la Condesa en El Rocío, door...het Spaanse Ministerie van Landbouw.
In de avonden / nachten vinden op vele plekken in Rocío feesten plaats. Je hoort overal de gitaarklanken en er wordt gezongen en gedanst; meestal sevillanas.
En voor de geïnteresseerden; de legende.
In de 13e eeuw bij het plaatsje El Rocio liep een herder (er wordt soms ook gesproken over een jager) en die vond in de holte van een boom een houten beeldje van de maagd María. Ze had een jurk aan die bijna vergaan was onder invloed van de dagelijkse dauw. Hij nam het beeldje voorzichtig mee. Onderweg naar huis kreeg hij slaap en hij ging in het veld liggen om even te slapen. Toen hij wakker werd was het beeldje verdwenen. Hij zocht overal in de buurt en tenslotte vond hij het beeldje terug in….de holte van de boom waar hij het beeldje oorspronkelijk gevonden had.
Het beeld van María moest dus wel op eigen kracht teruggegaan zijn en gaf tegelijkertijd het signaal af dat ze híer aanbeden wilde worden.
Op die manier ontstond de bedevaartplek in El Rocío.
En voor de beeldvorming als je er nog nooit geweest bent: El Rocío is een uitgestrekt dorp dat ligt aan de doorgaande verharde weg (Avenida de la Canaliega) naar het strand.
In El Rocio zélf zul je geen geasfalteerde weg tegenkomen: allemaal zandwegen!
Het geeft even het gevoel van een westernstadje met veel plekken om het paard aan te lijnen.
Centraal staat de witte kerk met een ingang in de vorm van een schelp. In het dorp staan vervolgens allemaal panden die door-de-week leeg staan en m.n. in de weekends nogal eens gebruikt worden door de hermandades om te feesten: ze feesten er dus niet alleen tijdens Pinksteren.
Hieronder volgt een lijst van Hermandades zoals die luidde eind 2014. Ik heb van iedere Hermandad geprobeerd de website erbij te vinden. Dat is in sommige gevallen niet gelukt, en daarbij staat nu een link naar een stuk tekst óver de Hermandad.: