Ik vraag periodiek iemand uit de flamencowereld om in de rubriek "El Quejío" een column te schrijven. De onderwerpkeuze is vrij, maar moet uiteraard wel flamenco-gerelateerd zijn. Maar daarbinnen is de inhoud dus vrij.
Deze 39e column is geschreven door flamencodanseres Conchita Boon.
Een korte biografie van Conchita Boon:
Conchita is een van Nederlands jongste optredende flamencodanseressen. Ze werd geboren in een gezin waar de vader Indonesisch-Chinese roots heeft en een moeder met Joods bloed.
Vanaf haar zesde jaar gaat ze op les: kinderflamencoles bij Teresa Jaldón. Later neemt ze lessen bij Vida Peral in Amsterdam. Op haar tiende volgt ze een masterclass bij Sonia Poveda en op haar twaalfde bij Rafaela Carrasco. Ze werd uitgenodigd door Rafael Carrasco om in Jerez lessen komen te nemenen en in haar zomervakantie nam ze 4 of 5 dagelijkse lessen bij haar.
Conchita op haar dertiende
Ook tegenwoordig nog trekt ze iedere zomer naar Jerez en neemt lessen: van María Juncal en Joaquín Grilo, bijvoorbeeld.
Ze neemt al vele jaren les in Nederlandse flamencodansscholen, zoals bij Mario García Blanco, maar gebruikt dus ook workshops en masterclasses van grote Spaanse flamencoartiesten, zoals Isabel Bayón en Farruquito, om haar niveau omhoog te stuwen. Inmiddels maakt ze ook al een hele tijd haar eigen choreografieën waar ze mee optreedt tijdens voorstellingen waar ze de samenwerking zoekt met gitaristen als bijv. Onno Kramer..
“Less is more”
Waren de woorden die Rafaela Carrasco vorig jaar zomer tegen mij zei.
“Mensen denken altijd maar dat flamenco zó is" en met een intens vertrokken gezicht
maakte ze een paar vurige bewegingen. In haar lessen was altijd veel structuur en kalmte. “Je mag wel beleven, maar van
binnen!”
“No pensar, bailar”
Waren de woorden die La Moneta mij toe riep. Ik was nog maar een meisje van 11 jaar.
Haar snelle voetenwerk, blokkeerde me. Hierna begon ik uit m’n gevoel te dansen en
ineens gingen mijn voeten als vanzelf! Haar woorden raakten de kern van de manier waarop ik dans. Ik beleef het compas.
Tellen doe ik zelden! Haar woorden hebben jarenlang op de rand van mijn bed gestaan. Als een lijfspreuk.
Conchita danst op zang van Juan Peñas
Al van jongs af aan merk ik dat er een keuze is die je moet maken: Blijf je olie op water? Of durf je de diepte in?
Mijn dansen zijn verhalen uit mijn leven. Het is geen aaneenschakeling van pasjes. Het is vijf minuten van verlies bijvoorbeeld of vijf minuten van verliefd zijn. Dans is de mooiste manier om ervaringen te verwerken. Om elk optreden weer door deze ervaring heen te gaan en te merken dat je verandert. Dat de tragische verhalen ineens minder tragisch worden, dat ze transformeren. Dat je ze een plek hebt kunnen geven.
Zo maakte ik een dans voor mijn pleegzusje Rosalynn. Zij was het babytje van een moeder en vader, die zestien jaar waren toen ze haar kregen (de leeftijd die ik zelf had op dat moment). Ze wisten allebei meteen al zeker dat ze niet voor haar konden zorgen. En zo kwam ze 11 uren oud bij ons. Ik ben het jongste kind uit een groot gezin en ik was dus de enige die nog nooit echt
een babytje had meegemaakt.
Ze kwam bij ons in een tijd dat ik veel stress had.
Optredens en school waren continue in strijd met elkaar.
Het was in die tijd dat ik dat kleine wezentje op m’n buik had liggen. Het was alsof ik even van god was, die overgave die ik vanuit haar voelde. We lagen
als verzegeld. Er was geen verleden en geen morgen. Ik leefde op die momenten even
in het nu.
Zo opende mijn dans over haar ook in een Nana. Mijn witte Bata de Cola gevouwen als een wieg, dan weer om mijn hoofd gespannen alsof ik even haar was.
Ik wilde haar goddelijkheid overbrengen. Het gevoel dat ik voor haar had als een moeder. Na 3 maanden werd Rosalynn naar een ander pleeggezin overgeplaatst. Zo eindigt de dans over haar ook in een Seguiriya.
Dat intense liefdesverdriet dat ik toen voelde. In de Seguiriya trek ik de Bata uit op het podium in de dans. Haastig zoek ik naar het babytje, dat ik net nog in mijn armen had.
Ik wil altijd op zoek naar nieuwe manieren om mijn verhalen over te brengen. Ik zal geen fusion schuwen. Alles wat nodig is! Het zijn dan ook de vernieuwers in de Flamenco die me inspireren.
Met een elastiek vastgebonden aan tradities en regels, op zoek naar de grenzen.
Het is een eeuwige zoektocht tussen vuur ( La Moneta) en water ( Rafaela Carrasco),
tussen fuego en agua. Tussen expressie en kalmte.
Als ik aan dansen denk, terwijl ik iets doe, gaat alles vloeiend.
Net zoals het schrijven van deze column.
Flamenco is in alles wat ik ben en doe.