Home | ||||||||||||||||||||||||
Nu moet ik even met een paar grote stappen door mijn leven gaan: huwelijk met mijn helaas overleden man Mar, mijn zoon Marko en dochter Marisa. Zeer verdrietig. Marko is vijf jaar geleden gestorven. Wij woonden inmiddels in Eindhoven, waar ik de lessen van Juan Antonio kon overnemen op de balletschool van Henny Meerlo. Ik ging weer naar Mercedes y Albano in Madrid. Hij gaf techniek en begeleidde Mercedes bij haar danslessen op de gitaar. Ik ging soms naar Amor de Dios, waar ik van María Magdalena leerde om mijn borsten te placeren “como los cuernos de un toro” (zoals de horens van een stier). Heb ik véél profijt van gehad!
Ik bezocht zoveel mogelijk tablaos. Hoorde in Los Canasteros die geweldenaar Manolo Caracol, etc. Overigens, Mercedes en Albano waren echte schatjes, heel inspirerend. Sommige leerlingen, waaronder ik, mochten in het weekend mee naar hun huis in de campo.
Maar wat veel belangrijker was, die groep aficionados van het strand werden onze vrienden. “Als je veel spontane cante zoekt, kom naar Puente Genil. Daar komt Fosforito vandaan en veel beroemde cantaores”. Zeventien lange vakanties hebben we daar in de buurt van een ruïne een paradijs gecreëerd. Door Mar dan, want zijn droom was grond, bomen, planten en natuur en mijn droom: nou ja, dat weten jullie langzamerhand wel.
In Puente Genil was een “Peña Fosforito” en ook de “Peña Frasquito”. Hij was vooral beroemd om zijn Fandangos naturales en libres. Daar kon ik iedere zaterdag tot in de vroege uurtjes naar aficionados met veel cante jondo luisteren. De heerlijke glaasjes Moriles zijn niet te tellen! Tot mijn vreugde werd ik erelid gemaakt van de “Peña Frasquito” en dat als enige vrouw én buitenlandse. Met dat carnet stond de deur open van andere peñas. In Jerez, in “Peña El Garbanzo” werd ik meteen meegenomen naar het kleedhok van El Chocolate, die daar ging optreden en had een fijn gesprek over Duende. Ondanks de vele optredens komt die betovering toch bij vlagen… Zoals gezegd gaf ik lezingen en na een interview in de plaatselijke krant, reageerde daar Wald Verbey op. Een klassiek opgeleide gitarist, die ook heel goed de Cante kon begeleiden. Bij mijn lezing in Nijmegen, waarin we wat voorbeelden lieten horen en ik vertelde dat zonder Cante de dans “alleen maar techniek was”, stormde Miguel Salas na afloop van de lezing de kleedkamer binnen. Dus dat probleem was opgelost en hij heeft vele van onze optredens tot een flamencogebeuren gemaakt. Ik moest vooral niet vergeten, voordat er werd gezongen dat de “flas” klaarstond! “Flas” werd ons gevleugeld woord! Een keer, toen we in Eindhoven optraden, hoorde ik in een andere ruimte een fantastische gitarist, ook vooral voor de dans: Mario Cortés! Bij zijn zus Carmen heb ik ook wel eens een cursus gevolgd. Ter voorbereiding van mijn lezingen, verdiepte ik me o.a. in de theorie, dat de zigeuners grote invloed hadden en nog hebben op Flamenco (nu achterhaald, hoor ik soms!). Ik hoorde op de radio een historicus vertellen: “In het jaar 900 zijn de Zigeuners uit Noord India verdreven door de Groot Moghuls”. Die informatie kon ik later bevestigd krijgen. Ik had nl. geluk dat ik Mar kon vergezellen op zijn werkreis naar Bombay. Door mijn culturele interesse kreeg ik van Mar’s baas zomaar een vliegretourtje naar New Delhi (moet je nu mee aankomen met al die bezuinigingen)! Ik werd geïntroduceerd bij de beroemde Kathakleraar Birju Maharadji. Hij gaf toevallig een privéles. Na mijn hypotheseverhaal moest ik de enkelbellen van de danseres ombinden en demonstreerde ik Flamenco. Hij keek vol verbazing en riep: “Maar dat is Kathak!”. De dichter Federico García Lorca is een grote inspirator voor me geweest. Ik heb veel van zijn werk gelezen en ook in mijn lezingen kwamen citaten over flamenco van hem. Ik citeerde zijn gedichten, o.a. "Baladilla de los tes ríos", met gitaarbegeleiding. Er is ook gedanst op cantes met zijn tekst, o.a. "Zorongo Gitano".De laatste zin van mijn lezing sloot ik af met zijn uitspraak "Of flamenco doet je niets of het treft je als een dolksteek. Beschouw dan deze verwondering als een geschenk uit de hemel". Terug naar mijn schooltje in Eindhoven. De meiden namen ook lessen in Spanje. Toen ik een cursus volgde bij Loli Flores hoorde ik in de kleedkamer een meisje vertellen dat ze zulke mooie danseressen had gezien, die hadden gelest bij ene Esmeralda. “Nooit van gehoord!”. Toch die luisterlesjes thuis? Zoals Marta ook al in haar column vertelde, man Mar heeft zijn broodnodige vakantie opgeofferd aan mij en de meiden. Met een gehuurde Volkswagenbus heeft hij ons via vele campings en prachtige omwegen naar ons huis in Palomar gebracht. Onderweg kregen de meisjes veel bekijks, omdat ze zonder muziek en uit hun hoofd de balletjes dansten o.a. voor de stadsmuur in Avila en op het Karel V plein in Granada. Thuis kookte Mar bijna altijd of we aten in kleine restaurantjes. Toen we het Alhambra bezochten, dat kon toen gewoon door de poort, zonder gedoe, hebben we naast het genieten van zoveel schoonheid, ook toen weer veel plezier gehad. De meiden hadden hun haremkostuumpjes meegenomen. Die had ik destijds genaaid van oude vitrage en goudband voor een Moorse dans op zang van Um Kalthum. Toen Mar en ik, niets vermoedend, achter een gids met groep de mooi betegelde hamam binnenstapten, lagen daar beeldschone haremvrouwen, sierlijk op de banken neergevleid. De Spaanse gids pakte het meteen op: “Dames en heren, hier ziet u hoe het er in de tijd van de Moren toeging”.
Ik had Curro Vélez, bekend van Fiesta Gitana, een brief geschreven of wij gratis naar zijn voorstelling in zijn tablao El Arenal mochten komen. De meiden zaten ongeveer met hun neus op het podium. Josien heeft een periode in zijn tablao kunnen dansen. Mar en ik gingen jaarlijks 4 à 5 maanden naar ons paradijs. Ik was telkens weer verbaasd, dat bij terugkeer bijna alle leerlingen weer present waren. Ik had mijn Flamenco-injectie nodig om les te kunnen geven. Even een anekdote: María Penders, wél dansend, géén flamenco, volgde mijn lessen. Ze was een bijzonder snelle leerling, maar het flamencogevoel…. Ik nam haar mee naar een lezing in Maastricht en toen “viel het kwartje” en is ze ook gaan lessen in Spanje. Toen ik 60 jaar werd heb ik mijn schooltje aan haar gegeven. Ze is een geweldige danseres geworden en heeft de mooiste flamencoschool “El Candil” van Nederland. Haar man, Jeroen Melkert, bekend beeldhouwer, is haar begeleidend gitarist. Samen met Jessica hebben ze onlangs een prachtige voorstelling gegeven “Gestura” met beelden van Jeroen geïntegreerd in de dans. Als María in Frankrijk is neemt Jessica de lessen waar.
Mijn verblijf in Spanje heeft me zóveel gebracht: de spontaan gezongen Saetas tijdens Semana Santa. Die snijden je dwars door je ziel. Alle festivals bezoeken; Puente Genil is erg bekend in Andalucía. Maar ook in de kleinste dorpjes is het genieten. Vaak tot het ochtendgloren alléén maar luisteren naar Cante Jondo. Soms in de pauze een beroemde danseres, als destijds Manuela Carrasco of Angelita Vargas. Indrukwekkend om onder de nachtelijke sterrenhemel uit duizenden kelen tegelijk een “olé” of “harsa” te horen bij een mooie melisma of variatie. Een nare ervaring wil ik toch vertellen over Camarón de la Isla. Hij is helaas te vroeg gestorven, men zegt door drugsgebruik. Zelf heb ik dat vaak gezien, achter de schermen. Om publiek te trekken naar de festivals zet men dikwijls Grote Namen op de affiches. Zo ook werd Camarón vermeld voor een optreden in de campo. Toen hij na de pauze nog niet verschenen was, begon het publiek te schreeuwen “we willen ons geld terug. Bedriegers!”. Toen heeft men de totaal gedrogeerde Camarón voor de microfoon gesleept. Het was een onmenselijke vertoning. Het belangrijkste voor mijn kennis en liefde voor de cante is de kennismaking geweest met de bekende Flamencoloog Augustín Gomez. Hij had een dagelijks programma voor Radio Córdoba en vele artikelen en boeken geschreven over Flamenco. Ik kon hem vaak vergezellen op zijn lezingen op festivals en peñas. Ik heb zijn fenomenale kennis opgezogen als een spons! Ik wil mijn herinneringen eindigen met een postume ode aan Mar. Zonder zijn steun waren mijn Flamenco-ervaringen niet mogelijk geweest!
Esma Witte ~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~ De volgende column verschijnt 16 augustus 2014 |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||