"El Quejío"
Huib Wilkes "El Payo Humberto"
Ik vraag periodiek iemand uit de flamencowereld om in de rubriek "El Quejío" een column te schrijven. De onderwerpkeuze is vrij, maar moet uiteraard wel flamenco-gerelateerd zijn. Maar daarbinnen is de inhoud dus vrij.
Deze zevende, achtste en negende column zijn geschreven door flamencogitarist Huib Wilkes "El Payo Humberto" en zijn onderdeel van de serie "Ciclo de Verano" die bestaat uit 3 columns die gedurende 3 achtereenvolgende weken verschijnen..
Een korte biografie van Huib Wilkes:
Huib Wilkes (bijgenaamd: “El Payo Humberto” oftewel “De Niet-zigeuner Huib”) werd geboren in Amsterdam in 1946. Zijn moeder had begin jaren zestig een kamer verhuurd aan Spaanse gastarbeiders uit Cádiz die flamencoliefhebbers bleken te zijn. Huib werd, toen hij de muziek hoorde, er zeer door aangetrokken en koos voor de flamencogitaar. In 1963 vertrok hij met zijn moeder naar Cádiz waar hij les kreeg van een oom van één van de gastarbeiders, Juan Díaz de Cádiz.
In 1965 ging Humberto naar Madrid waar hij dans begeleidde in de dansschool van Mercedes y Albano. Hij ontmoette daar ook de Amsterdamse flamencodanser Juan Lerma en op 14 september 1965 deed hij examen om op te mogen treden als flamencogitarist in het Madrileense Teatro Calderón.
Met waardevolle adviezen en raadgevingen van Enrique Morente, die hij inmiddels had leren kennen, bekwaamde Wilkes zich rond 1968 in het begeleiden van flamencozangers. Hij ging later dat jaar op tournee met het Ballet van Mariemma, als tweede gitarist.
In 1969 ontving Wilkes een studiebeurs om in daarmee gedurende de jaren 1969 – 1971 in de leer te gaan bij de fameuze flamencogitarist Niño Ricardo. Over hem schreef Huib ook een boek dat verscheen onder de naam "Rostro de un Maestro".
In Spanje begeleidde El Payo Humberto tevens dansgroepen en zangers(essen).
Hij woont momenteel in de Verenigde Staten van Amerika.
Tegenwoordig kun je hem op youtube tegenkomen waar hij een eigen videokanaal heeft en zowel musiceert als verhalen vertelt (je kunt je via mail bij hem abonneren op korte verhalen die hij schrijft over het dagelijkse leven in Amerika).
Na contact gelegd te hebben was Huib Wilkes zeer welwillend om een column te schrijven. En aangezien hij nogal wat te vertellen had, besloten we het in een driedelige zomerreeks (ciclo de verano) te gieten.
Deel 1 en Deel 2 stonden er afgelopen weken op en bij deze dan ook het laatste deel van de Ciclo de Verano; “Verhaal van een Nederlandse flamencogitarist, deel 3”
Veel leesplezier!
~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~
“Verhaal van een Nederlandse flamencogitarist, deel 3”
door Huib Wilkes "El Payo Humberto"
Men moet beseffen dat in die jaren (begin jaren zeventig; red.) in Spanje Generaal Franco nog de baas was en voor zeer vele Spanjaarden was dit beslist geen zegen.
Ik ging weer regelmatig met Enrique Morente om en op een dag stelde hij me voor aan een groepje jonge vrienden. Ik weet nog een paar namen. Een heette Andrés Raya de ander José Luis Ortíz Nuevo en nog een Francisco of Paco Almazán.
Nano de Jerez, Enrique en Andrés Raya |
Paco Almazán |
Paco Almazán was schoolmeester en journalist. Hij schreef in die tijd voor het vooruitstrevende en liberale weekblad Triunfo. Andrés Raya en José Luis studeerden aan de universiteit aan Madrid. Ik kreeg al gauw in de gaten dat ik met linkse rakkers te maken had die natuurlijk tegen de regering van Franco waren. De journalist Paco Almazán vertelde mij dat Enrique was begonnen met protestflamenco te zingen op zijn aanraden.
Volgens Paco waren er in oude flamencoteksten 'coplas' te vinden die duidden op slechte werkomstandigheden en sociaal onrecht. Enrique raakte geïnteresseerd in die teksten en begon ze te zingen. Natuurlijk moesten de teksten niet al te duidelijk en provocerend zijn vanwege de strenge censuur in die tijd.
Hier een oude flamencotekst die iets vertelt over de leefomstandigheden van de mijnwerkers in die tijd.
Adiós mina de Romero,
con tan buenas minerales,
te voy a dejar,
por no subir los jornales.
Vrij vertaald uit het Spaans;
Vaarwel mijn van Romero,
met je prachtige mineralen,
ik verlaat je,
want men wil niks betalen.
Deze tekst zong Enrique vanwege de migratie van vele Spanjaarden naar Noord-Europa en hoe ontworteld die mensen zich voelden ver van hun vaderland. De tekst was nogal symbolisch omdat het er niet te dik bovenop mocht liggen vanwege de censuur.
Cuando se corta una rama,
el tronco siente dolor,
las raíces lloran sangre,
y se marchita la flor.
Vrij vertaald uit het Spaans;
Als je een tak afsnijdt,
voelt de stam de pijn,
de wortels huilen bloed,
en de bloem die verdwijnt.
Morente begon als eerste te zingen op de Spaanse universiteiten en ook voor boeren en arbeiders. Dat was niet altijd zonder gevaar en vaak bedankte de gitarist die hij nodig had voor de eer. Ze vonden het te link en niet onterecht.
Enrique Morente zingt in 1970 begeleid door Manolo Sanlúcar
'De een zijn dood is de ander zijn brood', want daardoor kwam ik in de gelegenheid om Enrique te begeleiden. De reden was dat ik als buitenlander toch weinig begreep van de taal en de situatie. Dat was helemaal niet waar, maar we deden alsof. Vaak bevond zich onder het publiek politie in burger die je altijd herkende aan hun iets te nauwe kostuum en ze hadden meestal een dun snorretje. Ik maakte ooit een inleiding 'por Alegrías' met als eerste noten de melodie van de 'Internationale' wat een oud lied was dat in het teken stond van de arbeidersrevolutie. Ik had het van tevoren aan Enrique aangekondigd en hij vond het een uitstekend idee. Ik weet nog goed dat toen ik het speelde er een politieman in burger zijn wenkbrauwen begon te fronsen toen hij het hoorde. Er ging schijnbaar een belletje rinkelen in zijn achterhoofd maar hij kon het niet thuisbrengen. Ik speelde het natuurlijk niet te lang om geen slapende honden wakker te maken. Wat hadden we allemaal een lol na afloop. Enrique en ik speelden zelfs een keer in Frankrijk tijdens een zomerfestival van de Communistische partij. Achteraf besef ik dat we waarschijnlijk vaak door het oog van de naald gekropen zijn. Het was voor mij zeer leerzaam Enrique Morente te mogen begeleiden en ik heb er zeer veel van geleerd.
2007: José
Luis Ortíz Nuevo en Enrique Morente tijdens een persconferentie We maakten vele reizen door Spanje in mijn trouwe 2CV en meestal door Andalucía. Als Enrique meedeed aan de flamencofestivals nam hij natuurlijk vaak een betere gitarist.
Een van die festivals kan ik mij nog goed herinneren en dat was 'El Festival de la Porra' in het schilderachtige plaatsje Archidona in de provincie Málaga. Het werd georganiseerd door José Luis Ortíz Nuevo en los van Enrique Morente zong daar ook de grote zanger Juan Varea, Miguel Vargas en een Amerikaanse zangeres met de artiestennaam Maria la Marrurra en haar eigen naam Moreen Silver.
Enrique vertelde me dat het een zeer goede flamencozangeres was met grote kennis van de 'Cante Jondo.'
Ik had de eer haar te mogen begeleiden en ook de zanger Miguel Vargas die de eerste prijs won van het concours wat onderdeel was van het Festival.
Vele jaren later zou ik Miguel Vargas begeleiden in de Casa de España in Utrecht. |
La Marrurra en Antonio Mairena |
Hieronder een youtube-opname van het programma "El Sol, La Sal, El Son" van 17 januari 2011" gepresenteerd door Jesús Quintero over- en met Maria la Marrurra en een reportage die verscheen in Triunfo en geschreven werd door Francisco of Paco Almazán over Maria la Marrurra.
Enrique had een goede neus voor gitaristen en velen van hen zijn door hem bekend geworden, zoals Parilla de Jerez en Manolo Sanlúcar die voor die tijd in Tablao Las Brujas speelde in Madrid. De gitarist Manzanita die in Café de Chinitas speelde, de gitarist Pepe Habichuela en later Paco Cortés. Paco Cortés werd later de vaste gitarist van Carmen Linares. Ook al kon ik niet altijd Enrique begeleiden, tijdens die festivals begeleidde ik wel de mindere zangers en heb daar ook veel van geleerd en vooral plezier gehad.
Naar aanleiding van zijn protestflamenco nam Morente een plaat op genaamd 'Homenaje a Miguel Hernández' met de gitaristen Perico el del Lunar en Parilla de Jerez. Miguel Hernández was ooit een groot dichter die zeer tegen iedere vorm van dictatuur was. De plaat kwam wonderwel door de censuur. Ik was bij een aantal opnamen aanwezig.
Wat hebben we vaak gelachen en lol gehad. Enrique was helemaal weg van het beroemde komische duo 'Stan Laurel and Oliver Hardy' oftewel de dikke en de dunne en wij speelden vaak 'El Alto y El Bajo' de lange en de korte en je kunt je voorstellen wie die lange was. We staken vaak de draak met mensen en situaties en een waar gebeurd verhaal wil ik jullie niet onthouden, hoewel het er in het begin zeer somber uitzag voor mij. Het was tijdens de dagen van de Semana Santa (Heilige Week) dat Enrique en ik hadden afgesproken in La Cervecería Alemana op la Plaza Santa Ana in Madrid. Algauw ging het gesprek over de Semana Santa en ik biechtte Enrique dat ik die nog nooit gezien had. Enrique slaakte een kreet van verbazing en vertelde me dat ik dat beslist eens moest zien en vooral de Semana Santa in Sevilla. Na enig doorpraten besloten we de daad bij het woord te voeren en we zouden nadat Enrique klaar was met zijn werk in het tablao Zambra diezelfde nacht vertrekken richting Sevilla. We besloten, voordat ik Enrique naar Zambra zou brengen nog wat te gaan drinken in El Bar Cortijo in Calle Arlabán. Bij binnenkomst ontwaarden we enkele flamencoartiesten waaronder de zanger Rafael Romero. We begroetten hen en we bestelden wat aan de bar. Enrique raakte in gesprek met een paar mensen die hij kenden en even later schoof Rafael Romero mijn kant op.
Rafael die bekend stond als een soms wat stug persoon begroette mij wonderwel hartelijk. We raakten in een geanimeerd gesprek en ik vertelde hem dat ik diezelfde nacht met Enrique naar Sevilla zou gaan voor de Semana Santa. 'Dat is ook toevallig.' zei Rafael 'ik was ook van plan deze nacht per trein te vertrekken.' We praatten nog even door en opeens vroeg Rafael of hij misschien mee zou kunnen reizen met ons, als het geen bezwaar zou zijn. 'Ik denk het niet, want er is genoeg plaats in de auto.' Na enige tijd wenkte Enrique en ik schoof naar hem toe. 'Ik zag je met 'Gallina' (kip), Rafael zijn bijnaam, praten; waar hadden jullie het alzo over?' Ik vertelde wat ik met Rafael afgesproken had. Enrique werd eerst bleek en vervolgens rood van woede. 'Hoe kan je nou zo iets in hemelsnaam doen zonder het eerst aan mij te vragen Payo' exclameerde hij. ' Rafael is een heel lastige reisgenoot, dat weet ik uit ervaring. Je moet je helemaal aan hem aanpassen en daarbij komt nog dat hij niets gaat bijdragen aan de kosten, erger nog, wij zullen genoodzaakt zijn hem nog uit te nodigen ook. |
Rafael Romero
|
Dat bespaart hem mooi een treinkaartje. Bedankt Payo.' Ik voelde me opeens vreselijk lullig en schuldig. 'Kan ik hem niet zeggen dat jij al besloten had nog 2 mensen mee te nemen?' zei ik. 'Onmogelijk' zei Enrique 'dat heeft hij direct door, nee, laten we hem nu maar meenemen.'
Ik vond het allemaal reuze vervelend en keek nu niet meer naar de trip uit. Integendeel, ik had er weinig zin meer in, maar besefte dat we hoe dan ook moesten gaan. 'Breng me maar naar Zambra' zei Enrique nors. We gingen richting deur en opeens kreeg ik een een idee. 'Wacht even' zei ik tegen Enrique en liep terug en sprak Rafael aan. 'Waarom kom je niet met ons mee want jij moet ook naar Zambra en dan kun je gelijk kennismaken met mijn auto.' 'Heel graag antwoordde Rafael en toen hij bij buitenkomst mijn vlak voor de deur geparkeerde Eend zag slaakte hij een kreet. 'Daar hebben we 'La Margarita' zei hij. Schijnbaar gaf hij de eend gelijk een koos naampje.
Tablao Flamenco Zambra (in Hotel Wellington) |
Folder Tablao Flamenco Zambra |
'Rafael je kunt het beste achterin gaan stappen want dan heb je de meeste ruimte, alleen heb ik de achterbank verwijderd voor meer bagageruimte, maar er liggen dekens en kussens achterin zodat je lekker kunt zitten.' 'Geen probleem, ik red me uitstekend' antwoordde Rafael. Enrique nam voorin plaats, we gespten de veiligeidsriemen, ik startte en liet de motor ronken. Om naar Zambra te gaan, dat gelegen was aan Calle Ruíz de Alarcón 7, moest je eerst de Carrera San Jerónimo af richting Plaza Neptuno. Nou ging die Carrera San Jerónimo vanaf Calle Arlaban nogal stijl naar beneden en aangezien een 2CV weinig weegt kreeg ik de kans er flink de vaart in te zetten. 'Rustig aan Payo, we willen in één stuk bij Zambra aankomen.' riep Rafael met luide stem.' Enrique zat doodstil en zweeg.
Aangekomen bij de Plaza Neptuno moet je een halve cirkel maken om dan vervolgens enigszins stijgend bij Calle Ruíz de Alarcón te belanden.
`Plaza de Cibeles` in Madrid, in de volksmond `Plaza de Neptuno` |
Ik kreeg weer een idee en in plaats van een halve cirkel om de plaza heen maakte ik een hele en wel met volle snelheid.
Bij de mensen die iets van de 2CV afweten is bekend dat de 2CV door zijn zeer soepele vering hevig in bochten overhelt. Daar is geen gevaar bij want de wielen blijven altijd aan de grond en een 2CV lijkt soms aan de weg te kleven. Maar dat wist Rafael niet.
'Payo wat doe je nou!' schreeuwde hij verschrikt, terwijl hij onderuit tuimelde in de geïmproviseerde bagageruimte waar geen enkel houvast aanwezig was. 'Rustig maar Rafael deze wagen heeft een uitstekende wegligging', verzekerde ik hem 'er kan ons niets overkomen, zo rijden we altijd Enrique en ik.'
Ter illustratie maakte ik nog een draai om het plein heen en ging toen richting Zambra. |
Enrique had inmiddels grote moeite zijn lachen in te houden en toen we voor de deur bij Zambra stopten stapte hij als eerste uit om Rafael te helpen uitstappen. Deze had grote moeite zijn evenwicht te bewaren toen hij eenmaal met grote schrikogen op de stoep stond. 'Ik kom jullie wel ophalen als jullie klaar zijn met zingen.' zei ik droog. ' Mooi niet' antwoordde Rafael met beverige stem. Dat wordt je reinste zelfmoord. Ik ga wel zo als ik oorspronkelijk wilde; met de trein.'
Wat hebben Enrique en ik tijdens onze reis naar Sevilla gelachen die nacht. De dagen daarna waren voor mij een onvergetelijke ervaring. De Semana Santa in Sevilla is een grote aanrader.
El Payo Humberto met zijn trouwe Citroen 2CV
Na twee jaar van studie met Niño Ricardo vroeg ik nog een verlenging van mijn beurs om de moderne flamencoschool te mogen bestuderen. Daarvoor koos ik Manolo Sanlúcar en Paco de Lucía, die ik beiden al kenden. Ik bezocht hen regelmatig bij hen thuis en hoewel de school van Niño Ricardo mij persoonlijk meer aanspreekt heb ik veel van hen geleerd en werden we goede vrienden.
El Payo Humberto en Paco de Lucia
In 1973 na vele avonturen keerde ik weer terug naar Holland en in 1975 trouwde ik een Spaanse vrouw die helaas overleden is.
Ik bleef doordat ik een huis in Madrid had regelmatig terugkeren. In 1977 schafte ik een Uher Report taperecorder aan en kon nu veel betere opnamen maken dan met mijn oude Philips cassetterecorder. Zo nam ik een repetitie op bij Enrique thuis met de gitarist Pepe Habichuela. Pepe kende ik al jaren toen hij nog met Fiesta Gitana naar Holland kwam. De repetitie was een voorbereiding voor de beroemde plaat 'Despegando' en ik beschouw het nu als zeer belangrijk archiefmateriaal. Tevens ging ik een aantal malen mee als Enrique en Habichuela met meerdere artiesten optraden, ergens in de regio van Andalucía. Ook daar heb ik gelukkig archiefmateriaal van.
Er kwamen in die tijd regelmatig flamencoartiesten over de vloer zoals Enrique Morente, Paco Cortés, Pepe Habichuela, Quíque Paredes en Felix de Utrera met de flamencozanger Agustín Montoya.
Hoogtepunt was het bezoek van Paco de Lucía en zijn broer Ramón de Algeciras.
Bij de foto zien we Felix de Utrera, die een uitstekend kok was en vaak voor Niño Ricardo kookte, vis bakken in de keuken van mijn voormalige huis in Amsterdam.
Felix de Utrera |
Leo Brouwer
|
Ik was nog vergeten te vermelden dat ik in 1977 in contact kwam met de Cubaanse gitarist Leo Brouwer. Na een aantal ontmoetingen werden we vrienden en het was voor mij een grote eer dat hij tijdens zijn optredens in Nederland in mijn huis kwam logeren. Hierdoor kwam ik in nauw contact met hem en kreeg daardoor de kans veel aspecten te leren omtrent het klassieke gitaarspel en vooral zijn zienswijze daarop.
Aangezien ik nu langer in Holland was dan in Spanje begon ik les te geven en trad nu en dan ergens op. Eind jaren zeventig maakte ik deel uit van het Gitaristen Collectief onder leiding van ene Christian Beijer. Hoogtepunt vind ik mijn concert in een kerkje in Valkoog in mei 1979.
In 1979 kwam Pepe Habichuela weer naar Nederland met Fiesta Gitana. Op de foto repeteerden we voor een optreden in Centrum Bellevue voor het Gitaristen Collectief samen met de zanger Salvador Suero.
Salvador Suero, Payo Humberto en Pepe Habichuela, Bellevue, Amsterdam
In 1984, toen ik weer in Madrid was, kwam ik weer in contact met Carmen Linares die toen in Café de Silverio in Madrid zong. Ik was zeer onder de indruk hoe zij zich ontwikkeld had en samen met een paar vrienden organiseerden wij een tournee in Nederland met Carmen en Pepe Habichuela. Het werd een groot succes omdat dit een van de weinige keren was dat het publiek met alleen flamencozang werd geconfronteerd zonder dans. Carmen en Pepe zongen en speelden magistraal.
V.l.n.r.: Arie Sneeuw, Pepe Habichuela, Carmen Linares en Huib Wilkes
tijdens de tournee van Carmen door Nederland in 1984. In het voorjaar van 1986 kwamen Enrique Morente en Paco Cortés naar Nederland voor een paar recitals en Enrique zong zeer goed en had nu zijn eigen stijl gevonden. Op de foto zijn
Enrique Morente en Paco Cortés in mijn voormalige studio in de 2e Jan van der Heijden straat, tijdens een kort tournee in Nederland.
Er moet worden gezegd dat Enrique, in de tijd dat ik in Madrid was, moeilijk werd geaccepteerd, vooral door de oudere zangers en flamencoliefhebbers. Het was altijd tegen de stroom in zwemmen voor hem. Men vond zijn nieuwe ideeën maar vaak matig of niks. Morente werd vooral gewaardeerd door de jonge flamencoliefhebbers of artiesten uit een andere discipline zoals schrijvers, dichters en mensen uit de theater/ en kunstwereld. Maar niet door het grote flamencopubliek. Daar kwam verandering in na de dood van Camarón de la Isla. Schijnbaar besefte men dat de spoeling dun aan het worden was. Enrique zijn ster begon opeens te rijzen en zeer terecht. Ik vond dat Camarón zijn stem meer flamenco was dan die van Enrique maar Enrique vond ik een groter artiest. Hij was veelzijdiger en creatiever dan Camarón. |
Enrique en Paco Cortés |
Helaas zijn beiden overleden en is de flamencospoeling nu wel heel dun geworden.
In datzelfde jaar 1986 werkte ik met twee leerlingen mee aan een Spaans theaterstuk 'La Casa de Bernarda Alba' in Utrecht en dat was een heel bijzondere ervaring. Die zomer van 1986 kwam de zanger Miguel Vargas naar Nederland en we gaven een recital in de Casa de España in Utrecht.
V.l.n.r.; Michael de Baker, Huib Wilkes en Frans Nottrot tijdens onze medewerking
aan het theaterstuk 'La Casa de Bernarda Alba' van García Lorca.
Samen met de Architect Hendrik-Jan van de Valk nodigden we in 1988 de zanger Antonio Merenguito, met wie ik eerder had opgetreden, uit voor een paar optredens in de School voor Architectuur en Kunstnijverheid, waar hij les gaf. We verbonden daar nog een aantal optredens aan, zoals in het van Ostade Theater in Amsterdam en een paar jaar daarna in de Kleine Komedie van Amsterdam.
Later in dat jaar werkte ik mee aan een radioprogramma van de V.P.R.O. 'Flamenco in de Koffer' genaamd. Ik maakte toen kennis met de vermaarde muzikant en muziekliefhebber Han Reiziger. Ik was daar zeer dankbaar voor.
Huib Wilkes in 'de Koffer' samen met Han Reiziger. Amsterdam 1988
Het jaar 1988 was om nog een andere reden zeer belangrijk. Ik ontving een toelage van het ministerie van cultuur om een onderzoek te mogen doen in Spanje omtrent de ontwikkeling van de flamenco sinds het begin van de vorige eeuw. Mijn belangrijkste bron voor dit onderzoek was de flamencoliefhebber Don Isaac Delgado, een dokter in ruste die in Ávila woonde. Ik kwam in contact met hem op aanraden van Miguel Espín, echtgenoot van de zangeres Carmen Linares. Miguel Espín is in de stad Ávila geboren en Ávila bevindt zich op zo'n 120 km afstand ten noorden van Madrid en maakt deel uit van de regio Castilliè en León. Miguel Espín voelde op jeugdige leeftijd veel voor de cante Flamenco en zodoende kwam hij in contact met Don Isaac. Don Isaac had in de loop der jaren een zeer indrukwekkend flamencoarchief opgebouwd en Miguel Espín werd ingewijd in de vele stijlen en artiesten die de flamenco rijk is.
Don Isaac Delgado
Don Isaac verzorgde ook enige jaren een radioprogramma over flamenco in Ávila en hij was de oprichter van de flamencopeña Don Antonio Chacón. Don Isaac schreef ook een boek vol met duizenden flamencoteksten. Dat deed hij door m.b.v. een bandrecorder naar flamencogezang te luisteren en steeds weer een stukje terug te spoelen aangezien het zelfs voor een Spanjaard vaak moeilijk is de flamencoteksten te verstaan. Hij tikte al die teksten voorzichtig uit op de achterkant van de geneeskundige verslagen van inmiddels overleden patiënten. Aangezien Don Isaac met slechts 1 vinger alles uittypte en wel de wijsvinger van zijn rechterhand was die vinger door al dat typen een stuk korter geworden. Toen hij al die teksten had opgeschreven, gaf hij ze in eigen beheer uit. Iets wat hij me tijdens een ontmoeting met veel trots liet zien door die vinger naast de wijsvinger van zijn linkerhand te houden. Inderdaad was de linker wijsvinger belangrijk langer. Don Isaac ontving me altijd zeer hartelijk en ik heb zeer veel van hem geleerd over de flamenco en vooral de flamenco van de jaren 1900 tot 1945. In ongeveer 1900 kwamen al de eerste flamenco-opnamen uit en die waren vaak op wasrolletjes opgenomen in die tijd. Hij was vooral een groot kenner van Don Antonio Chacón en hij liet me trots zijn enorme verzameling oude flamencogrammofoonplaten zien en hij gebruikte zelfs voor bepaalde platen de daar bijbehorende oude draaitafels om zo echt mogelijk de oorspronkelijke opname te kunnen weergeven. Ik maakte ook een interview met Don Isaac met mijn eerste videocamera en hoop die opnamen op Youtube te kunnen zetten.
El Payo Humberto (tussen de presentator en El Pollito in) op de Spaanse TV
in een flamencoprogramma
In diezelfde tijd werkte ik ook mee aan een programma over de flamenco voor de Spaanse televisie. Het programma stond onder leiding van de flamencoloog Romualdo Molina en we deden dit samen met de danseres Laura Toledo en de Californische flamencogitarist en zanger El Pollito.
Midden jaren tachtig begon ik aan een boek te schrijven over Niño Ricardo wat tijdens de 'Bienal de Arte Flamenco' in Sevilla in 1992 gepubliceerd werd. Het boek heeft de titel 'Rostro de un Maestro.' Dat was voor mij een grote gebeurtenis en vooral omdat ik het eerste exemplaar overhandigde aan de weduwe van Ricardo Dolores Serrapí. Kort na de uitreiking deed ik tijdens die Bienal ook mee aan een optreden van uitsluitend buitenlandse flamencogitaristen en zangers.
De jaren die daarop volgden gaf ik nog steeds les in mijn studio in de Pijp in Amsterdam en ik was nog vergeten te schrijven dat ik in 1995 en 1997 een tournee door Nieuw Zeeland maakte samen met Maria Snijders een oud-leerlinge die daar woont en die het ook organiseerde. Dat was waarlijk een bijzondere ervaring zo ver van Europa en huis.
Van 2000 tot 2007 maakte ik, met behulp van mijn zeer technische broer, 2 CD's. De eerste waren oude solo-opnamen die ik 'Ecos del Pasado' noemde en de tweede heette 'Flamenco en Amsterdam' en was een optreden uit 1988 met de zanger Antonio Merenguito in het Van Ostade Theater in Amsterdam.
Ecos del Pasado |
Flamenco en Amsterdam |
Daarna begonnen we een project onder de naam 'Ventana al Flamenco' waarbij ik al mijn solo's opnam inclusief een concert in Valkoog uit 1979. Los van de andere 2 CD's werden het in totaal 6 CD's.
Op een andere dubbel-CD maakte ik de opnamen van solos en cantes van zangers en gitaristen waar ik al vele jaren naar luisterde en leg daarbij in het Spaans uit op welke solos en cantes mijn gitaarsolo's gebaseerd of geïnspireerd waren.
Ook reisde ik na 2000 driemaal naar Japan voor optredens en vooral om dat prachtige land met zijn cultuur en inwoners te bewonderen. In Japan ontdekte ik de mogelijkheden van Youtube en besloot toen men ervaringen en kennis te delen via dit nieuwe medium met flamencoliefhebbers over de hele wereld.
Momenteel verblijven mijn vrouw en ik al 5 jaar in de Verenigde Staten van Amerika. Mijn vrouw werkt daar voor een groot Amerikaans bedrijf en ik geef daar les aan een paar getalenteerde leerlingen en treed af en toe op in een van de vele Amerikaanse staten.
Een pikant detail is dat ik door mijn verblijf in Amerika een oudleerling van Niño Ricardo op het spoor kwam. Ene Ben Hooper die in Florida woont. Ik kende hem nog van de tijd dat ik met Ricardo in Sevilla studeerde. Ben noemt deze ontmoeting een wonder. Via Ben leerde ik de flamencoliefhebber en gitarist Bill Davidson kennen die eens een leerling van Diego del Gastor was, al voordat ik naar Spanje afreisde. Bill organiseerde in Florida een concert met de zanger Manolo Leiva die ver in de tachtig was en eens plaatopnamen met Niño Ricardo maakte in Parijs 1955. Hij kon zich dat nog goed herinneren. Hij werd begeleid door de beroemde gitarist Juan Serrano die in California woont en les geeft. Hier in Minnesota, waar ik woon, ontmoette ik ook twee flamencogitaristen; de gebroeders Michael en Tony Hauser die al voor mij les hadden in Madrid van Niño Ricardo en Luis Maravilla. Veel van de mensen die ik heb beschreven zijn te vinden op Youtube en op mijn Youtube-site ga ik uitgebreid op de flamenco en de flamencoartiesten in, gesproken in het Spaans en Engels.
In september 2004 sloot ik het 3 daagse Festival de Cante Flamenco in Mairena de Alcor af met mijn eerste openbare concert in Spanje. Dat was voor mij wel iets van zeer grote betekenis en met de uitgave van mijn boek over Niño Ricardo waren dat de belangrijkste mijlpalen uit mijn leven als Nederlandse flamencogitarist.
Hierbij nog een paar Youtube-links van de beroemde bar Gayango in Calle Nuñez de Arce te Madrid, waar in de benedenruimte vele 'juergas flamencas' werden gehouden en ook opgenomen zijn door de Spaanse Televisie:
Pepe de la Matrona in la Casa Gayango
Pericón de Cádiz
Bar Gayango
Pericón de Cádiz
Pepe de la Matrona en Manolo El Sevillano
¡Hasta siempre!
Website van Huib Wilkes "El Payo Humerto"
REAGEER OP DE COLUMN!
Huib Wilkes "El Payo Humberto"
Ik ben Huib érg dankbaar dat hij deze drie lange columns met ons heeft willen delen. Bedankt!
~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~|~
De volgende column verschijnt op 31 augustus 2013 en wordt geschreven door
Ana Ramón
(Flamencodansdocente met dansschool in Antwerpen)
|